Een kleine stad aan de rand van de Ardennen, werd een druk bezochte bedevaartsplaats. De pelgrims komen niet alleen uit België zelf maar ook vanuit Nederland en het nabije Frankrijk.
Maria is er tussen dinsdagavond 29 november 1932 en dinsdag 3 januari 1933 in totaal drie en dertig maal verschenen aan vijf eenvoudige kinderen de meisjes Fernande (15) en Gillertje (13) Voisin, Andrée (14) en Gilberte (9) Degeimbre en de jongen Albert Voisin (11). Eenvoudig is het nog altijd gebleven.
De plaats van de Verschijningen ligt vlakbij een spoorwegviadukt, waarover druk treinverkeer z’n gang gaat. Er staat een vriendelijk beeld van Maria met het Gouden Hart, zoals zij hier wordt aangeroepen. Rondom is een complex gebouwd dat de pelgrims en hun devotie sfeervolle accommodatie verschaft, maar het massale bleef er vreemd aan: men voelt zich bij Maria in Beauraing gemakkelijk thuis. Ook uit het bisdom Rotterdam hebben steeds meer mensen de weg weten te vinden naar dit heilzame oord.